28 maart 2024

Part 2: De Souls ervaring in 2021

Souls part 2

De Soulsborne games van From Software dragen iets magisch. Een gevoel voor avontuur, een bepaalde angst voor het onbekende gevaar, een ongekende nieuwsgierigheid. Welkom bij het tweede deel van de Souls ervaring in 2021.

Vorige week kon je in het eerste deel van ons verhaal al lezen hoe Malvin aan zijn avontuur begon in de mysterieuze werelden van Hidetaka Miyazaki. Vandaag neem ik je mee door mijn Souls avontuur. Ik vertel je over mijn eerste ervaring met de genre, de impact, en de manier waarop From Software de gamer in mij opnieuw heeft uitgevonden.

Demon’s Souls

Waar het allemaal mee is begonnen. Nee ik spreek vreemd genoeg niet over Demon’s Souls voor de Playstation 3, maar Demon’s Souls voor de Playstation 5. In verbazing door de schitterende wereld van de game in de remake en het feit dat de game lanceerde met Sony’s nieuwe console betekende dat we deze game niet stilletjes voorbij konden laten gaan. Hier moeten we over praten, toch?

En zo begon ik, met een beetje angst, zweterige handen aan mijn eerste avontuur in een From Software game. Ik was meteen betoverd door de schitterende presentatie en vol moed begon ik blind aan mijn avontuur in Boletaria. Met enige moeite lukte het me om langs Phalanx te komen en man, wat was ik trots. Ik heb mijn eerste Souls baas verslagen! Ik begon mijn weg te vervolgen. Over de lange brug, op weg naar de Tower Knight. Vol moed en wilskracht. Ik heb mijn eerste baas verslagen, in één keer. Ik kan dit. Dacht ik bij mezelf.

Niets is zo vernederend om al je zelfverzekerdheid zo snel te verliezen. Ik stierf. Opnieuw en opnieuw bij de Tower Knight. Het duurde twee en een half uur voordat ik opgaf. Ik kan dit niet. En opnieuw sloop de eeuwenoude gedachte opnieuw in mijn hoofd: “Dit soort games zijn niet voor mij”. Nadat ik de game bijna uit frustratie had verwijderd van mijn Playstation besloot ik de volgende ochtend toch om het nog één keer op te starten. De wereld is zo ontzettend mooi. Het is zonde als ik het hier bij ga laten, dacht ik. Ik probeer het nog één keer. En ja hoor. Het lukte me. Niet zonder moeite, maar het lukte me. Ik versloeg de Tower Knight. Het gevoel dat door mijn lichaam ging op het moment dat de Tower Knight in rook op gaat, het wrede overwinningsdeuntje speelde en de trofee in beeld verscheen is niet te beschrijven. Ik was nog nooit zo trots over een prestatie in een videogame. Ik was hooked. Vastberaden. “Ik ga deze game uitspelen”, zei ik tegen mezelf.

Demon's Souls

Wil ik meer?

Het lukte me. Ik versloeg de laatste baas en na een vreemd, maar mooi en nog steeds niet helemaal helder einde, verschenen de credits in beeld. Het enige waar ik aan kon denken in dit moment was: Ik wil meer. Tijdens mijn eerste playthrough door Demon’s Souls sprak ik mijn enthousiasme voor de game al uit tegen mijn vrienden in de party chat. Eén van hun heeft de Souls games al gespeeld en zei dat ik hierna moest gaan beginnen met de Dark Souls game. Ik grapte mee: “Hierna gewoon meteen door naar de trilogie. Ik speel ze allemaal! Haha”. Mijn enthousiasme bleek aanstekelijk te zijn want de andere twee vrienden in de chat besloten om ook maar eens te beginnen met de From Software games. En net als bij mij, wist From Software om de vlam aan te wakkeren.

Ja, ik wil meer

Direct na de credits van Demon’s Souls begon New Game+. Aangezien ik door wilde spelen, deed ik dat dus ook. Ik versloeg Phalanx opnieuw en bekeek de trofee-lijst van de game. Ik ben best goed op weg, dacht ik. Zal ik voor Platinum gaan?

New Game+ 4 begon en ik begon met mijn laatste loodjes. Ik moest alleen nog de ziel van Old Monk halen omdat ik in mijn eerste playthrough besloot om de Insanity Catalyst te maken. Niet heel slim van mij achteraf gezien. Demon’s Souls leerde me al best vroeg dat elke keuze die je maakt een gevolg heeft. Groot of klein, direct of indirect. Je gaat er iets van merken, maar hoe, daar kom je wel achter als het eindelijk zo ver is.

Het gevolg van mijn slecht geïnformeerd keuze betekende dat ik niet een gedeeltelijke derde playthrough moest doen, maar een gedeeltelijke vierde. En man, wat was dit zwaar. Zo veel vijanden die mij in één klap overmeesterde. Ik ben al zo ver. Ik kan nu niet opgeven. En dat deed ik ook niet.

Dark Souls

Ik grapte al dat ik zou beginnen met Dark Souls na mijn Demon’s Souls avontuur, maar voor dat ik het wist had ik alle Dark Souls games al besteld. Nog steeds een beetje huiverig om te beginnen, maar Demon’s Souls liet een bepaald gevoel achter die ik nog geen plekje kon geven. Hier wil ik meer van.

Ik begon met Dark Souls Remastered en vrijwel binnen de eerste twee uur zat ik er helemaal in. Ik las beschrijvingen van voorwerpen. Sprak met personages en begon vooral goed op te letten. Wat zeggen ze? Wat neem ik waar? En wat betekent het? In je hoofd begin je theorieën te verzinnen. Geen idee of ze waar zijn, maar het lijkt er op dat.. Nooit eerder wist een game zo mysterieus als Dark Souls mij te grijpen met de rijke wereld vol verhalen en personages. Dark Souls voelde perfect. Een eigen personage die je kunt smeden naar je eigen smaak. Een rijke en fantasievolle wereld dat moet omgaan met verlies, een gebroken fundering, ongekende gevaren, mysteries en ga zo maar door. Ik wilde alles weten, alles zien en alles begrijpen. Het voelde alsof ik echt daar was. Ik verloor mezelf compleet in de wereld van Lordran en later ook in Drangleic en Lothric.

Na een kleine 40 uurtjes linkte ik opnieuw de eerste vlam en wilde ik niets liever dan verder gaan in Dark Souls 2.

Oud en nieuw

Dark Souls 2 voelde anders dan de eerste Dark Souls game. Enigszins verrassend, anderzijds logisch. De game borduurt voor op een succesvolle formule. Elementen uit Demon’s Souls keerde terug, maar andere elementen uit Dark Souls 1 waren afwezig. Eén van de redenen waarom ik Dark Souls zo ontzettend mooi vond, was omdat de wereld zo ontzettend knap in elkaar is gewoven. Steeds wist de game me te verbazen als ik langs vele obstakels en weggetjes opeens weer uit kwam bij Firelink. Het design van de wereld en hoe deze op elkaar aansluit, maar toch in atmosfeer zo erg van elkaar kan verschillen was zo ontzettend mooi gedaan.

Dark Souls 2 miste dit en Dark Souls 3 ook. Dit vond ik wel een jammer maar het weerhield me er niet van om ook in deze twee games een schitterende ervaring te hebben. Zonder enige twijfel is Dark Souls 2 mijn minst favoriete van alle Soulsborne games, maar desalniettemin was het alsnog een hele goede game.

Dark Souls 3

Dark Souls 3 zag er grafisch weer wat sterker uit en het speelde een stuk sneller dan voorgaande twee games. Het was ook iets moeilijker. Zodra je denkt dat je de moveset van een baas doorhebt, breekt fase 2 aan en moet je dezelfde baas opeens weer helemaal opnieuw leren. Bazen kregen twee fases in Dark Souls 3 en in eerste instantie was ik het hier niet helemaal mee eens, maar achteraf kan ik zeggen: Wow! Dit was echt episch. De gevechten zitten vol actie, risk/reward momenten en vooral heel veel spanning met veel tweede fases waarin de baas compleet veranderd van stijl waar je je strategie op moet aanpassen.

Ik ben thuis

Vol bewondering keek ik uit naar de locaties in Dark Souls 3. Dit komt me akelig bekend voor. De bouwstijl, de vijanden, de schilderijen aan de buur. Dit is Anor Londo, maar het heet anders. Dit is dezelfde plek als in Dark Souls, maar dan zo veel jaren later. Wow! De verstopte lore, terugblikken en bekende locaties waardoor Dark Souls 1 en 3 met elkaar verbonden zijn waren zo mooi om te zien. Ik voelde me thuis.

Vordt Dark Souls 3

Tonight, Jordy joins the hunt

Mijn meest recente From Software avontuur concludeerde met Bloodborne. Met de kennis die ik heb van Dark Souls en Demon’s Souls dook ik opnieuw ik Bloodborne. toen de game voor het eerst verscheen in de Playstation Plus line-up probeerde ik het al even uit, maar al snel sloot ik het af. Naar mijn herinnering was dit op het punt waarbij je de twee weerwolven tegenkomt op de brug vóór het gevecht met de Cleric Beast.

Dark Souls heeft me hierop voorbereid dacht ik. En enigszins was dit waar, want ik had nu al in één maand tijd vier Souls games uitgespeeld. Ik kan dus wel tegen een stootje. Het addertje onder het gras was wel: Ik heb opeens geen schild meer om achter te schuilen. Wat nu? Ik moet een hele andere speelstijl gaan leren.

Bloodborne

Dit ging me beter af dan ik me in eerste instantie had voorgesteld. Cleric Beast ging neer in mijn tweede poging en opnieuw was ik vastberaden. Dit kan ik. Ik ga Bloodborne uitspelen.

Ik baande mijn weg verder naar Father Gascoigne en ik wist niet dat hier een baas gevecht op me te wachten stond dus ik begon een beetje onvoorbereid. Oh shit shit shit! Met best veel moeite overmeesterde ik hem in mijn eerste poging. Zonder muziekdoosje! Want dit wist ik toen nog niet. Ik wist ook niet van de bloed cocktails bij Blood Starved Beast. Dus ook deze heb ik met veel zweetdruppeltjes op mijn voorhoofd weten te overmeesteren.

Ik voel deze!

Bloodborne verschilt enorm van Dark Souls. De stijl is anders, de gameplay is anders, maar toch voel je dat het uit hetzelfde hout is gesneden. Het deelt die zelfde From Software magie en zit net als Dark Souls vol met geheimen, verborgen missies en nog veel meer. De “geheime” boss fight met de bedelaar op het dak in de Forbidden Woods is slechts één voorbeeld van de vele ontzettend toffe en makkelijk om te missen geheimen in de game. En damn wat was dit een episch moment. Als hij plotseling veranderd in een reusachtige weerwolf en met een diepe en duistere toon tegen je begint te praten, je confronteert met een dubieuze gedachte. Er zijn gewoon geen woorden voor, behalve: meesterlijk.

Ik was bijna klaar met de game en bedacht me dat ik hier wel echt de DLC van wilde spelen. En damn. Ik weet niet wat er mis is met de bedenkers van deze game om dit soort shit te verzinnen. Damn wat is dit creepy, duister, maar oh zo vet. Ongetwijfeld een van de meest toffe DLC verhalen die ik ooit heb gespeeld.

Wederom was ik zo geïnvesteerd in een From Software game. Ik besloot de trofee-pagina eens aandachtig te bekijken en dacht bij mezelf: Dit kan ik. Dit wil ik. Dit ga ik doen. Ik wist op dit moment nog niet af van de horrors die me te wachten stonden in de Cursed and Defiled Chalice kerkers. Niet zonder gevloek lukte het me na een uurtje of tien dan ook om het hoofdstuk van de Chalice kerkers af te sluiten en damn, wat voelde ik me trots. Bijna klaar.

A hoonter must hoont

Bijna klaar met mijn Bloodborne avontuur begon ik met het laatste gevecht. Veel emoties, een pakkend verhaal, maar uiteindelijk volg je de wijze lessen van Eileen op. A hunter must hunt. En zo behaalde ik mijn meest trotste trofee tot nu toe. Bloodborne.

En nu?

Wachtend op Elden Ring, Sekiro toch maar weer eens een kans geven?

Dark Souls

Jordy Gerritse

Zelda fanboy. Retro Collector. Voornamelijk te vinden op het Playstation Network. Gamer sinds ik nog uit de fles dronk. Beide doe ik nog steeds, niets veranderd dus.

Bekijk alle berichten van Jordy Gerritse →