Al bijna 30 jaar is Nintendo heer en meester op de markt van handheld gaming. Maar in 2003 lag er iets anders op de loer.
We kennen natuurlijk allemaal het verhaal van de Gunpei Yokoi en zijn Game Boy. Veel bedrijven hebben getracht om een volwaardig game-ervaring mobiel te maken. De Game Boy was echter niet de eerste draagbare console met verwisselbare games. Deze eer gaat naar de Microvision van MB in 1979, en de Epoch Game Pocket Computer in 1984. Beide gigantisch gefaald. Voor de Microvision was de markt en techniek simpelweg nog niet klaar. Deze had een 16×16 scherm en om een spel te wisselen moest de hele voorkant verwisseld worden. Hierin zaten dan wel overlays voor het scherm, die de game iets aangenamer uit liet zien. De Epoch zag er al iets beter uit met een 75×64 pixel scherm. Maar ook dit mocht niet baten. De markt was er simpelweg niet klaar voor. Beide consoles hebben uiteindelijk ook maar 12 en 5 games resp. gezien.
Epoch Game Pocket Computer – Unified (16×9)(HD) from EmuMovies on Vimeo.
De heerschappij van Nintendo
In 1989 had Nintendo al veel populariteit door de NES. Gamers wilde echter onderweg de zelfde ervaring als thuis. De markt was er klaar voor. Maar Yokoi zag de twee grote problemen. Het toestel moest niet te duur zijn en lang meegaan. Sega en Atari dachten met de Game Gear en de Lynx dat gamers deze twee zaken graag opgaven voor werkelijke 8-bit kleuren graphics en belicht scherm. Maar uiteindelijk had Nintendo het toch bij het juiste eind. De gebruiker had liever een toestel dat compact was met een lange accuduur. Ook de prijs speelde mee. De Game Boy kostte omgerekend €90 (€160 vandaag) t.o.v. €150 (€270) voor de Game Gear en €190 (€340) voor de Lynx. Dan maar een groen scherm met relatief eenvoudige graphics, in plaats van fancy graphics op een verlicht kleurenscherm.
Nintendo bleef oppermachtig met haar Game Boy, Game Boy Color (met Pokémon) en Game Boy Advance. Waarvan de laatste eindelijk echte console gaming onderweg bood. Ook al was het vergelijkbaar met de 10 jaar oude Super Nintendo. Maar waar Nintendo comfortabel op de troon dacht te zitten, zat een ander rustig op het juiste moment te wachten.
Sony in de aanval
Ik weet nog dat ik de Game Boy rond 1991 voor het eerst in de vitrine van de Intertoys zag. Die cartridges! Hoe kunnen die zo klein zijn!? Ik moest en zou er eentje hebben. Ik had alles gespaard dat ik kon, en mijn ouders legde de helft bij. Waarschijnlijk in de hoop dat ik stil zou zijn in de autoritten naar de vakantiebestemming. 5 jaar later wilde ik de Game Color hebben, maar er waren ook al geruchten over de èchte opvolger van de Game Boy. Dus ik wachtte op de Game Boy Advance. Nog steed geen verlicht scherm. Maar gezien ik Super Nintendo games on-the-go kon spelen, maakte me dat niet zoveel uit. Twee jaar later liet Sony echter de bom vallen. In 2003 bevestigde ze op de E3 een handheld console in ontwikkeling te hebben. De naam? PlayStation Portable.
Later dat jaar zag ik een concept van de PSP in de Power Unlimited. Platte (aanraakgevoelige?) knoppen en een groot en prachtig scherm vielen het meeste op. Maar dat opslagmedium? Geen cartridges, maar een soort minidisc? Veel mensen vonden het een vreemde keuze, maar mij leek het de enige logische stap voor een mobiele PlayStation 2 ervaring. Wat ook opviel was de afwezigheid van analoge besturing. Deze afwezigheid leek ook weer een punt te zijn die een PS2 ervaring in de weg zou staan. Wellicht had de D-pad analoge touch-invoer? Er was in ieder geval veel speculatie en ik deed daar graag aan mee.
De introductie van de PSP:
PlayStation 2 in de bus
In december van 2004 was het zover, de PSP kwam in Japan uit. Via verschillende bronnen uit Japan, of mensen die hem geïmporteerd hadden, kregen we onze eerste glimp wat het apparaat kon. De graphics waren ongeëvenaard voor een handheld console. Maar het was niet helemaal de PlayStation 2 ervaring waar we op hoopte. Desalniettemin was dit geweldig. Eerder hadden we natuurlijk ook al afbeeldingen van het uiteindelijke model gezien. Er was een enkele analoge pad pad aanwezig en twee schouderknoppen. In de zomer van 2005 kwam de PSP uit in Europa. Gezien er een prijskaartje aan hing van €250 (€315 na inflatie), besloot in nog even te wachten.
In het najaar van 2005, toen ik aan het werk was op een LAN party, kreeg ik voor het eerst een PSP in handen. Een collega had het toestel al gekocht en meegenomen voor de rustige momenten. Toen ik het toestel in handen kreeg, voelde ik dat het forser en zwaarder was dan een Game Boy Advance. Maar tegelijk wel licht en compact. Het analoge ‘stickje’ voelde prettig, maar niet voldoende om een volwaardig stick op een controller te vervangen.
Hij had ook al een redelijke stapel games bij zich, en ik mocht me er een uurtje of twee mee zoet houden. Burnout Legends, Tony Hawk, F1 Grand Prix, WipeOut en het gehypete Grand Theft Auto: Liberty City Stories. Waar F1 Grand Prix erg teleurstelde, met graphics die niet veel beter waren dan een titel op de originele PlayStation. Maar nog erger, het speelde voor geen meter. Tony Hawk’s Underground 2 zat qua graphics niet veel beter, maar de gameplay was erg solide. Het was dan ook de laatste goede Tony Hawk game.
Het succes
Burnout Legends was de game die mij een PlayStation Portable deed kopen. Niet direct, maar het overtuigde me er wel van dat dit mijn eerstvolgende hardware aankoop was. De game kwam akelig dichtbij de console ervaring. Achteraf gezien valt dat echter wel mee, maar het was de ervaring van toen die telt. Maar de game die de PSP pas echt op het niveau van een thuisconsole bracht was Grand Theft Auto.
Liberty City Stories was gebaseerd op Grand Theft Auto 3. Het verhaal diende als een prequel op GTA 3 maar de gameplay was verder hetzelfde. Grafisch leek het het niveau van de PlayStation 2 halen. Desondanks was er een totaal nieuwe engine voor nodig. Maar het resultaat was adembenemend. Achteraf valt op hoeveel de game heeft moeten inleveren. Maar toen viel dat op dat kleine scherm niet op. Ik heb dan ook nog steeds het gevoel dat dit de game was die de PSP echt lanceerde.
In de levensduur van de PSP zijn er een aantal modellen uitgebracht. Tot 2010 was ik gewoon tevreden met mijn eerste zwarte PSP. Toen de PSP Go uitkwam, was ik toch wel erg geïntrigeerd. Maar niet genoeg om het toestel te kopen voor alweer €250. De PSP kreeg ook niet de populariteit die Sony wilde. Het grootste probleem was de afwezigheid van de UMD lezer. Games konden enkel digitaal worden aangeschaft.
In 2011 behoorde het verkopen van de PSP tot mijn werkzaamheden. Omdat de PSP Go niet zo’n succes was en Sony zich op de PlayStation Vita ging richten, ging de PSP Go er ineens uit voor 50 euro. De gouden kans, en het leven van een piraat was ook niet verkeerd. Helaas speelde het apparaatje toch niet zo lekker als een gewone PSP. Maar ach, de Vita stond om de hoek.
Hoe Sony de kroon met twee vingers vast had
De PlayStation Portable heeft met ruim 80 miljoen verkochte units wereldwijd, de derde plek in handen van best verkochte handheld consoles aller tijden. Om dit even in perspectief te brengen: Van de Game Boy zijn 120 miljoen exemplaren verkocht, de Game Boy Advance heeft net de vierde plek met 80 miljoen en de Switch zit op moment van schrijven “pas” op 20 miljoen.
Dit lijkt voldoende om die generatie te domineren. Maar Nintendo kwam met een vreemd concept. Een concept waar de gamewereld sceptisch over was. Een console die opengeklapt kon worden en zo twee verborgen schermen te tonen, zoals de Game & Watch toestelletjes. Het was het lelijke eendje van de handheld markt. De PSP leek veilig. Maar we weten wat er met het lelijke eendje gebeurde. De lelijke grijze DS, die rond dezelfde tijd als de PSP was uitgekomen, werd in maart 2006 vervangen door de strak vormgegeven Nintendo DS Lite. De prijs werd verlaagd naar de helft van die van de PSP en Nintendo ging zich naast de hardcore gamer richten op de huisvrouw, op de grootouder, de gewone man. Games als Braintraining, Professor Layton, puzzel games als sudoku en Mahjong moesten hierbij helpen. Dit lanceerde de DS tot een weergaloos succes.
Nintendo liet haar heerschappij weer zien. De Nintendo DS werd de best verkochte handheld console aller tijden. Sony kreeg het niet alleen benauwd betreffende hun PSP, maar zelfs hun PlayStation 2. Sony heeft van PlayStation 2 wereldwijd het idiote aantal van 155 miljoen stuks verkocht. Dat is bijna de helft van de hoeveelheid inwoners van Amerika. De DS wist tot maar liefst 154 miljoen te komen.
Het einde
In elke andere periode zou Sony Nintendo van haar troon hebben gestoten. Maar Nintendo heeft laten zien dat de mainstream markt tegenwoordig een belangrijke is. Later lieten ze dit ook weer met de Wii zien. Ook de 3DS, die al 73 miljoen aantallen verkocht heeft, gaat sterk.
In 2012 kwam Sony met de langverwachte opvolger van de PSP, de PlayStation Vita. Met 2 analoge sticks en graphics die tussen de PlayStation 2 en 3 in zit, is het nog steeds een prachtige handheld. De Vita begon sterk met goede verkopen, maar al snel zakte dit in. Na de aankondiging dat Sony gaat stoppen met de productie in maart van volgend jaar, is Nintendo’s eigen Switch de enige concurrent voor de 3DS.
Dus Sony was heel dicht bij, maar Nintendo blijft koning. Desondanks speel ik graag op de Vita, en natuurlijk heb ik er voor de Nintendo titels een 3DS naast. Maar het is jammer dat de Vita het zo slecht gedaan heeft, want ik had er graag meer games erop op gezien.
– Lars JJ
Be the first to leave a comment