28 maart 2024

Need For Speed schuift een jaar op vanwege Battlefield

Need For Speed

Electronic Arts schuift de releasedatum van de nieuwe Need For Speed met zo’n jaar op. De ontwikkelstudio verantwoordelijk voor de race-titel sluit zich aan bij DICE om de nieuwe Battlefield game klaar te stomen.

Het is niet alsof EA vorige maand bijna alle race-game ontwikkelstudio’s heeft opgekocht. Desalniettemin wordt de release datum van misschien wel de meest iconische race-game opgeschoven.  Criterion Games, bekend van Need For Speed en Burnout gaat tijdelijk aan de slag met DICE’s Battlefield. Deze moet dit najaar nog de deur uit. Need For Speed moet dus maar even wachten.

Geen zorgen want door de overname van Codemasters komt er minimaal één nieuwe racegame dit jaar onder de EA paraplu. Maar het wordt geen Need For Speed. Criterion wordt ook niet van de franchise afgehaald. Dat mogen ze allemaal lekker zelf uitvogelen, maar eerst even helpen met Battlefield 6.

Laura Miele, Chief Studio Officer bij EA legt aan Polygon uit dan het thuiswerken enorm veel vraagt van de medewerkers. De voortgang in Battlefield 6 gaat goed, maar DICE is zo hard aan het werk, meer druk kunnen ze niet aan. Ze kunnen alle helpende handen van Criterion maar al te goed gebruiken op dit moment.

“Battlefield begint er goed uit te zien, het team heeft ongelofelijk hard gewerkt. Ze hebben ontzettend doorgezet vorig jaar, en dat allemaal vanuit thuis.” Verteld Miele aan Polygon. “En dat is zwaar. Games ontwikkelen vanuit thuis is zwaar en DICE is een beetje moe.”

Het is ondertussen zo’n anderhalf jaar geleden sinds de laatste Need For Speed game verscheen. Heat werd nog ontwikkeld door Ghost Games voordat het stokje weer terug ging naar Criterion. Sinds de overdracht is Ghost Games gesloten. Welke race titel gaat EA dit jaar nog aan ons geven?

Jordy Gerritse

Zelda fanboy. Retro Collector. Voornamelijk te vinden op het Playstation Network. Gamer sinds ik nog uit de fles dronk. Beide doe ik nog steeds, niets veranderd dus.

Bekijk alle berichten van Jordy Gerritse →